Tegenwoordig schijnt iedereen maar een huis te kopen. Vaak wordt als reden gegeven dat de maandlasten ongeveer hetzelfde blijven en dat je vermogen aan het opbouwen bent in tegenstelling tot huren waar je het geld weggeeft.
Als eigenaar van een woning kun je de eigen woning geheel naar eigen smaak verbouwen. Het nadeel is wel, dat bij latere verkoop van de woning een smaakgevoelige verbouwing wel problemen kan opleveren. Niet iedereen zit te wachten op bijvoorbeeld een huis met een zeer kleurrijke keuken.
Wanneer je het huis gaat kopen dan wordt je als toekomstig huiseigenaar bij de aankoop geconfronteerd met allerlei transactiekosten, zoals overdrachtsbelasting (6 procent), makelaars- en notariskosten en eventueel het afkopen van erfpacht. Als vuistregel kun je tien procent van de koopprijs optellen aan bijkomende kosten.
Gelukkig stijgen de prijzen van huizen en dus kan een eigen huis een leuke spaarpot voor later zijn. De huizenprijzen stijgen gemiddeld sneller dan de inflatie. De huizenmarkt kan ook instorten. Dit is in de jaren zeventig is gebeurd. Helaas weet niemand wat de huizenmarkt binnen nu en dertig jaar gaat doen. Of wat te denken van de discussie over de aftrekmogelijkheid voor hypotheekrente. Er bestaat een kans dat die komt te vervallen. Dit zou dan een negatief effect hebben op de huizenprijzen. Tegenwoordig heeft de meerderheid van de bevolking een koophuis.
Dit wil niet zeggen dat kopen ook voor jou de beste optie is. Je zult alle voor- en nadelen op een rijtje moeten zetten om te zien wat het beste bij jouw persoonlijke situatie past.
